Votulastkrant logo

Rubriek: Liesbeth vertelt...

Hoe was het vroeger in de wijk? In deze rubriek laten we wijkbewoners over verschillende decennia vertellen. Deze keer: Liesbeth Jansen over de jaren 40.

In de jaren 40 woonde Liesbeth Jansen in de Kievitdwarsstraat. En niet alleen in de jaren 40: Liesbeth heeft 95 jaar in die straat gewoond. Sinds kort is ze verhuisd naar een aanleuningwoning in Oog in Al. Ze hoopt daar op 30 december honderd jaar te worden: “Ik begrijp dat de burgemeester al geïnformeerd is.”

Liesbeth Jansen
Liesbeth Jansen


Het geluk van een mooi leven
Nadrukkelijk zegt Liesbeth dat ze ontzettend gelukkig is. “Ik heb zo’n mooi leven gehad. Ik houd ervan om met mensen een praatje te maken. Ook nu, in het verzorgingshuis. Het is raar, want iedereen hier wacht op het einde. Ik wacht ook op het einde, maar het geluk van een mooi leven geeft me zo’n rust.”

Terug naar de jaren 40. Liesbeth werkte als assistente in de apotheek van haar oudere broer in Amersfoort. “Ik reisde met de trein, want ik woonde bij mijn ouders. Ik verdiende niet genoeg om een huis te kopen en het leek me niets om te moeten huren. Het huis in de Kievitdwarsstraat, vroeger al van mijn grootouders, was veel te fijn om in te ruilen voor een kamertje.”

Onder de vloer
De oorlog was een stille tijd. “Er waren weinig mensen op straat, je maakte niet veel contact. Mijn jongste broer, Tom, zat in het laatste jaar van de middelbare school toen de oorlog uitbrak. Zijn leven heeft een paar jaar stilgestaan. Hij kon niet verder studeren en heeft bij ons ondergedoken gezeten. In de achterkamer, soms op zolder of onder de vloer. Hij had een radio, waar mijn ouders niets van mochten weten. Als we het nieuws bespraken, deden we net of ik het had gehoord van klanten in de apotheek of reizigers in de trein.”

Ondergedoken in de kelder
“In de buurt wist je wel zo’n beetje waar de jonge mannen woonden. Als je die niet meer zag dan wist je: ‘die is gedoken’, vaak gewoon in de kelder. Bij ons in de straat ontving een juffrouw Duitse officieren. Op een avond hielden twee Duitse auto’s halt in de straat. De officieren stapten uit, de chauffeurs bleven zitten. Vanuit onze zolderkamer zagen we de auto’s vlak voor het roostertje staan van de kelder waar de overbuurman ondergedoken zat.”

Ketelhuis was gaarkeuken
“In het Ketelhuis aan de Stieltjesstraat was de gaarkeuken. Het eten wat daar vandaan kwam was afschuwelijk. We ruilden onze porties liever tegen extra bonkaarten. Dat was ook praktisch want mijn broer kreeg geen eigen kaart. Vaak kregen we er een extra toegespeeld, want: ‘die van Jansen hebben ook een duiker.’” NVDH

Reageer

Met onderstaand formulier kunt u reageren op dit artikel. Alle velden zijn verplicht. Uw e-mailadres verschijnt niet op de site. Na het versturen van uw reactie ontvangt u een e-mail met daarin een link. U moet op die link klikken om de reactie op de site te laten verschijnen.

Reactie
Uw naam
Dit veld niet invullen!
Uw email
uw e-mailadres verschijnt niet op de site
 

Zoeken in votulastkrant.nl

Ook in deze krant

2016 no. 2, Maart

Schelpenmuseum sluit deuren
lees artikel

Te gast in Votulast
lees artikel

Bakkie troost in café Averechts
lees artikel

Liesbeth vertelt...
lees artikel

Veilig Votulast
lees artikel

Wijkverhalen
lees artikel

Waar is de kap van de molen gebleven?
lees artikel

Marktplaats in de wijk
lees artikel

De keukenprins van café Prins
lees artikel